Skip to Content
Belpop sluit jubileumreeks af met tweeluik over wonderlijke wereldhits

Belpop sluit jubileumreeks af met tweeluik over wonderlijke wereldhits

16 en 23 november op Canvas en via VRT NU

10 november 2020 - Na documentaires over Selah Sue, K's Choice, The Radios en Gabriel Rios sluit Belpop zijn tiende seizoen af met een feestelijk tweeluik over een aantal merkwaardige Belpop-wereldhits.

Een wereldhit scoren is sowieso geen evidentie, laat staan voor muziekmakers uit een klein land als België. Toch zijn we er doorheen de Belpop-geschiedenis meermaals in geslaagd ons landje op de wereldkaart te zetten. Soms was dat het logische gevolg van uitzonderlijk talent, onversneden topklasse als Jacques Brel, Adamo, Vaya con Dios of recenter Stromae.

Bij iets minder grote goden hielp een wonderlijke wending van het lot een song soms naar de top van de internationale hitlijsten, was de uitvoerder een curiosum op zich of zat er een slimme hitmaker aan de producersknoppen.

Van zingende nonnen en internationale voetbalhymnes tot kozakkendisco: Belpop selecteerde enkele van de fijnste curiosa onder de Belgische wereldhits.

Uiteraard zijn deze en de vorige afleveringen ook te bekijken via VRT NU.

Belpop Wereldhits: maandag 16 en 23 november om 21.20 u. op Canvas en via VRT NU.
​(hh op dinsdag om 19.00 u.)


Belpop wereldhits (deel 1)
​Maandag 16 november

In 1963 scoort Jeannine Deckers, beter bekend als Soeur Sourire, een internationale hit met het nummer Dominique. Haar grootste succes boekt ze in de V.S. De dagen na de aanslag op de populaire president John F. Kennedy passen Amerikaanse radiostations hun programmatie aan. Het onschuldig klinkende Dominique is de ideale troost voor een natie in rouw. Dominique klimt naar de nummer 1 van de Amerikaanse charts. Toch heeft Soeur Sourire weinig reden om te lachen. De kerk heeft haar als marketingsproduct uitgespeeld en wanneer Jeannine het klooster wil verlaten, moet ze afstand doen van haar artiestennaam. Daardoor kan ze haar succes niet verzilveren. De opbrengsten van Dominique zijn volledig naar het klooster en de platenfirma gegaan en wanneer de fiscus haar torenhoge achterstallige belastingen oplegt, is ze volledig berooid. Ze ziet geen uitweg en stapt samen met haar partner uit het leven.

In 1968, in volle koude oorlog met voortdurende spanningen tussen Rusland en de westerse mogendheden, palmt de Russische Dimitri Dourakine alle internationale popcharts en dansvloeren in met een bewerking van een oud-sovjet propagandalied: Casatschok. In werkelijkheid is Dourakine de ‘nom de plume’ van Leo Caerts, orkestleider en arrangeur van Will Tura. Het idee komt van producer en hitmaker Jean Kluger. Die bedenkt er nog wat danspasjes bij, laat het choreografietje op het hoesje drukken en het singletje verkoopt als zoete Russische broodjes. Casatschok wordt veelvuldig en in verschillende talen gecoverd en gaat in totaal een paar miljoen keer over de toonbank.

Terwijl gitaren de sound van the sixties bepalen, pakt België in 1965 uit met de instrumentale orgelhit Early Bird, genoemd naar de eerste commerciële telecommunicatiesatelliet die datzelfde jaar is gelanceerd. Het hammondgeluid van André Brasseur valt wereldwijd in de smaak. Nochtans is die unieke klankkleur het resultaat van een fout tijdens de opnames: l’erreur de Brasseur. Zijn groovy deuntjes lenen zich prima als jingles en generiektunes van tv- en radioprogramma’s en zijn bijzonder geliefd bij de presentatoren van de populare piratenzenders. Met zes miljoen verkochte stuks groeit Early Bird uit tot de grootste Belpop-hit aller tijden.

Begin jaren ’70 wordt Eviva España een internationale bestseller. In Spanje groeit het nummer zelfs uit tot officieuze nationale hymne, veel populairder dan het echte Spaanse volkslied. Nochtans is de meezinger van Belgische makelij. Leo Caerts (die zich ook al eens als Rus voordoet) schrijft het nummer in opdracht voor de jonge zangeres Samantha. Begeesterd door zijn nieuwe favoriete vakantiebestemming brengt Leo een hommage aan Spanje. Zijn Spaans staat nog niet helemaal op punt, zo blijkt uit de titel (‘Eviva’ is geen Spaans). Samantha scoort er niettemin een gigantische hit mee, maar het is de populaire Nederlandse Imca Marina die met haar covers in verschillende talen het buitenland verovert.  Eind 2017 wordt het nummer gekaapt door de Spaanse nationalisten bij hun verzet tegen de afscheuring van Catalonië. Leo Caerts ontvangt boze telefoontjes en het verwijt een extreemrechts strijdlied te hebben geschreven, terwijl Caerts enkel naar alle dagen zon verlangde.   

Met getuigenissen van: Leen Van den Berg (auteur), Jacqueline Leyman (ex-zuster), Hans Kusters (medewerker platenfirma), Leo Caerts (componist), Jean Kluger (producer en uitgever), Kurt Van Eeghem (muziekkenner), André Brasseur (organist), Roland Kluger (producer en uitgever), Samantha (zangeres), André Vermeulen (journalist), Imca Marina (zangeres), Jan Delvaux (Belpop-kenner), Jimmy De Wit (Belpop-kenner). 


Belpop wereldhits (deel 2)
​Maandag 23 november

Olé, Olé, Olé, Olé, we are the champions. Dat geldt ook in dit tweede deel van het Belpop-tweeluik over merkwaardige Belgische composities die de wereld veroverden. Van voorlopers van de disco over Belgisch/Spaanse volksliederen tot vrolijke dansdeuntjes.

Begin jaren ’70 stoot een sensueel nummer door tot de top van de Amerikaanse Billboard Hot 100.  Met zijn latin beat en hitsig gekreun jaagt Jungle Fever de temperatuur op de dansvloer de hoogte in. De band is minder exotisch dan het nummer doet vermoeden. De Chakachas zijn een Belgisch orkest onder leiding van drummer Gaston Bogaerts: alleen zangeres Kari Kenton heeft Cubaanse roots. De Chakachas maakten vooral furore van eind jaren ’50 tot half jaren ’60. Tot Gaston Bogaerts er de stekker uittrok om zich toe te leggen op zijn andere passie: schilderen. Begin jaren ’70 vraagt Bogaerts aan producer Roland Kluger of ze de draad met de Chakachas niet weer zouden oppikken. Het resultaat is een studioplaat die bij ons weinig potten breekt, maar wanneer de single Jungle Fever bij een Amerikaanse platenfirma belandt, is het bingo: het plaatje gaat maar liefst 2.000.000 keer over de toonbank en zal de geschiedenis ingaan als één van de voorlopers van de disco.

Francis Weyer rijdt in de jaren ’60 een verdienstelijk parcours als gitarist bij onder meer Placebo (de groep van jazz-pionier Marc Moulin) en de J.J. Band (die met Jess & James de monsterhit ‘Move’ scoorde). Half jaren ’70 beslist hij een nummer op te nemen om zijn vader te verrassen. De nostalgische gitaarballade komt Nederlands platenproducent Bart van der Laar ter ore die er meteen goud in hoort. Weyer krijgt de artiestennaam Francis Goya en de single wordt in december ’75 als Nostalgia in Nederland gereleaset. Net op dat moment ontrolt er zich een drama bij onze noorderburen: een groep militante Molukse jongeren kaapt een trein in het Drentse Wijster. De kaping duurt 12 dagen en eist drie levens. Heel Nederland zit aan de tv en radio gekluisterd. Die radio past zijn programmering aan en bant alle vrolijke nummers. Nostalgia komt als geroepen. Luisteraars vragen het nummer massaal aan als ‘troetelschijf’ en het wordt een enorme hit. Het Nederlandse succes opent de deuren naar de rest van Europa tot in Rusland toe. Goya wordt één van de best verkopende Belgische artiesten allertijden.

In 1985 bestelt platenbaas Hans Kusters (Hans Kusters Music) bij producer Roland Verlooven een liedje voor voetbalkampioen Anderlecht. Verlooven klopt aan bij Brussels volkszanger Lange JoJo en samen schrijven ze Anderlecht Champion. Wanneer België zich even later kwalificeert voor het WK in Mexico wordt het paarswitte kampioenenlied herwerkt: Allez, allez, allez wordt Olé, Olé, Olé en met wat mariachi-trompetjes erbij is Olé, Olé, Olé, Olé, we are the champions een feit. De voetbalhymne wordt wereldwijd overgenomen en evolueert steeds meer naar een universeel vrijheids- en zegelied. Wanneer in ’89 de muur in Berlijn valt, zingt een uitzinnige mensenmassa Olé Olé Olé! Als The Rolling Stones in 2016 voor het eerst in de geschiedenis optreden in Havana, scandeert een miljoen uitgelaten Cubanen Olé Olé Olé in het stadion. The Stones brengen een documentaire uit van het legendarische concert en vernoemen de film naar het al even legendarische nummer uit België.

Louis Van Rijmenant is nauwelijks twintig als hij aan de slag gaat bij de vermaarde jazzorganisatie ‘Hot Club de Belgique’. De jonge concertorganisator haalt grote namen als Charlie Parker, Dizzy Gillespie en Duke Ellington naar België. Half jaren ‘50 bekeert hij zich tot de lichtere muziek. Als onafhankelijk producer wordt hij de drijvende kracht achter Vlaamse vedetten als Marc Dex en Micha Marah. Begin jaren ‘70 hoort Louis in zijn skihotel in Davos de Zwitserse accordeonist Werner Thomas een vrolijk deuntje spelen. Een eigen compositie, zo blijkt. Louis koopt de rechten. Thuisgekomen laat Van Rijmenant het nummer opnemen door de populaire Bobby Setter Band. Bobby Setter (Bob Verhelst) vindt het nummer maar niks en wordt liever niet op het platenhoesje vermeld; hij bedankt ook voor Louis’ aanbod om te delen in de auteursrechten. Tchip tchip wordt een hitje en vaste waarde op elke Vlaamse trouwpartij en pensenkermis. Wanneer het singletje enkele jaren later in handen valt van de Nederlandse producer Johnny Hoes, begint het een tweede leven. Hoes laat het opnieuw opnemen door amateurorkest De Electronica’s. Ze bedenken er een dansje bij en De Vogeltjesdans wordt een megahit in Nederland en Duitsland. Dat motiveert Louis Van Rijmenant - nog steeds rechtenhouder - om het nummer ook in de rest van de wereld te verkopen. Mét succes. Er zullen wereldwijd maar liefst 40 miljoen stuks over de toonbank gaan in minstens 140 verschillende versies.

Met getuigenissen van: Jean Kluger (producer), Roland Kluger (producer), Bob Verhelst (orkestleider), Adri-Jan Hoes (zoon Johnny Hoes), Fred Limpens (studiotechnicus), Paul Hougardy (studiotechnicus), Ad Visser (presentator), Gaston Bogaerts (bandleider), Ralph Benatar (muzikant), Hans Kusters (producer), Lange Jojo (zanger), Francis Goya (muzikant), Jan Delvaux (Belpop-kenner), Jimmy De Wit (Belpop-kenner).

 

 

Het tweeluik is een mooie apotheose van deze tiende reeks, die opnieuw op heel wat enthousiaste reacties kon rekenen:

 

 


 

Anne Stroobants Communicatieverantwoordelijke VRT CANVAS, Radio 1, VRT NWS & Sporza

 

   

 

Over VRT CANVAS

VRT CANVAS is het tweede televisienet van VRT. Het brengt compromisloze kwaliteitscontent voor een publiek dat behoefte heeft aan verdieping en uitgedaagd wil worden met nieuwe inzichten. VRT CANVAS informeert, inspireert en verbindt de mediagebruikers door middel van een onderscheidend aanbod met verrassende perspectieven en verhalen die mensen raken. Het net focust daarbij op duidingsprogramma’s, documentaires, cultuur en geschiedenis, wetenschap, internationale fictie, satire en sport.

Voor pers (opgelet: kijkersvragen worden enkel beantwoord via de klantendienst)
Anne Stroobants
[email protected]

Voor kijkers en surfers
Klantendienst VRT
 02 741 31 11
www.vrt.be/nl/heb-je-een-vraag/

Klik hier voor interviews

Klik hier voor hogeresolutiefoto's

Het gebruik van fotomateriaal, grafisch materiaal en logo's is niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van VRT, hetzij via e-mail of na ontvangst van een login op het fotoportaal. Het gebruik van de login impliceert dat u instemt met de geldende rechten en gebruiksvoorwaarden.

VRT CANVAS
Auguste Reyerslaan 52
1043 Brussel

VRT Brands Logos